Meesterteken
In Nederland is het voor elke goud- of zilversmid verplicht om in elk sieraad of voorwerp zijn persoonlijk teken af te slaan. Dit teken heet het meesterteken ofwel het verantwoordelijkheidsteken. In dit teken zijn de initialen én een herkenningsteken verwerkt.
In de tijd van de gilden mocht een leerling na het afleggen van een meesterproef en toelating in het gilde zijn meesterteken in een door het gilde bewaarde plaat, de insculpatieplaat, slaan.
Tegenwoordig mag je nog steeds een meesterteken aanvragen na het behalen van je Goudsmid’s diploma. Dit meesterteken laat je officieel registreren bij de Waarborg.
Herkenningsteken
Wist je dat Ellen en Lotte allebei hun eigen meesterteken in de vorm van een stempel hebben? De stempel wordt na voltooiing in elk stuk geslagen wat van hun werkbank komt. Het is maar heel klein, 1 mm en wel goed leesbaar met een vergrootglas. Daarna worden de stukken getoetst bij de Waarborg en wordt er een officieel gehalteteken ingeslagen. Dat gehalteteken geeft aan of een stuk van goud, zilver of platina is gemaakt en welk percentage fijnmetaal er in de legering is gebruikt. Bij bijvoorbeeld 14 krt goud is dat 58,5% puur goud en bij 18 karaat goud is het 75% puur goud. Het eerste gehalte zilver bevat 92,5% delen fijnzilver. Op deze manier ben je als consument verzekerd van welk materiaal het sieraad precies gemaakt is.
Ellen en Lotte hebben hun meestertekens zelf ontworpen.Het meesterteken bestaat uit de initialen van de smid en een herkenningsteken, wat bij hen beide een blaadje is. Dat blaadje komt ook veel terug in de ontwerpen en hierin reflecteert de natuur als de grootste inspiratiebron.
Elk Oogst sieraad, zowel in zilver als in goud, wordt voorzien van het meesterteken én het gehalteteken. Zo kunnen mensen over 200 jaar nog precies zien wie het sieraad gemaakt heeft!